pagina 17

"Over kleuren en ogen gesproken, waarom
heb je er Athene's oogkleur niet in vermeld?
Jij, die zelf zo'n mooie groene ogen hebt."
"Hou op, Paul en kijk me niet zo aan.
Ik heb niet graag dat mensen me aanstaren."
"Omdat je ietwat loenst, is het daarom?"
"Nee, gewoon ik wil het niet. Toe Paul hou op."
Hier stokte de productiviteit voor weken.
Ze wilde nog één couplet en één refrein maken.
Maar daarin moesten dan boek veertien tot
en met boek vierentwintig nog geperst worden.
Femios Terpioszoon bracht uitkomst. De naam
zou nog vaker in de gesprekken opduiken.


Telemachos en Penelope

Een varkens- en een koeienherder
Telemachos Odysseus' zoon
Zo vormden zij het kleine leger
De strijders om de koningskroon
De speren, zwaard en scherpe pijlen
Zij maakten vele vrijers af
De Aigis als geheime wapen
Zo was het net een massagraf

Maar Femios Terpioszoon ontsnapte
En zong nog lang nadien dit lied
Wie schoof mijn bed nou terzijde?
Penelopeia dat gaat niet


Odysseus en Penelope